Waar het begint: het juiste board.
Als je al een board of SUP hebt, moet je op het volgende letten: het moet het totale gewicht van jou en je hond kunnen dragen. Houd er rekening mee dat je hond zwaarder is wanneer hij nat is. Je moet dus twee tot vier kilo bij je hond op tellen. Draagt je board dat? Perfect. Controleer dan of het een doorlopende bekleding (dekzeil) heeft. Zo niet, dan kun je die achteraf aanbrengen of je kunt een hondenmat of handdoek gebruiken. Deze bevestig je eenvoudig met spanbanden aan het board. Dit beschermt je hond tegen uitglijden en je plank tegen krassen. Koop je een nieuwe plank? Kies er dan een die zo breed mogelijk is. Dat is stabieler in het water. Bovendien heeft je hond meer bewegingsvrijheid en kan hij eenvoudig ronddraaien. Vinnen onder het board zorgen voor extra stabiliteit, idealiter heeft je board er drie. Het is altijd verstandig om het board te testen voordat je het koopt. Dit kun je doen in verschillende winkels, verhuurcentra en SUP-scholen.
Veiligheid staat voorop: zwemvesten voor jou én je hond.
Natuurlijk is het aan jou of je zelf een zwemvest draagt. Het is altijd veiliger om een vest te dragen. Dit geldt ook voor je hond. Hoewel je hond meestal een goede zwemmer is, kan hij snel zijn grenzen bereiken als hij lange afstanden moet afleggen of in stromingen moet zwemmen. Het reddingsvest heeft ook een extra voordeel: een stevige grip is genoeg om je viervoeter terug op de plank te helpen. Het zwemvest moet goed passen, maar niet te strak. Het is belangrijk dat de bewegingsvrijheid van je hond niet beperkt wordt. Hoe vind je de juiste maat? Meet van de basis van de nek tot het begin van de lendenwervelkolom. Meet ook de nekomtrek en de borstomtrek op het breedste punt. In het begin tijdens het trainen en korte afstanden is een tuigje voldoende. Ga je langere tochten maken? Dan is het raadzaam om je hond een zwemvest te geven.
Leer de basics.
Voordat je je hond aan het board laat wennen, moet je zelf de belangrijkste vaardigheden onder de knie hebben. Twee beginners tegelijk zijn nooit een goed team. Alleen als je zelf zelfverzekerd bent, kun je je hond veilig meenemen over het water. Zo geef hem meteen een gevoel van veiligheid. Je hoeft geen professional te zijn, maar je moet de volgende basisvaardigheden geblinddoekt onder de knie kunnen krijgen: op en van het board stappen in het water, rechtuit rijden terwijl je staat, draaien en stoppen. Totdat je deze vaardigheden onder de knie hebt (als je dat nog niet hebt), kun je je hond laten wennen aan het board op het land.
Trainen op het droge: laat je hond wennen aan het board.
Laat je waterrat eerst kennismaken met het board op het droge. Je kunt het bijvoorbeeld in de woonkamer of in de tuin zetten. Oefen dan het lopen op de plank met je beste vriend en doe oefeningen met hem. Zit, af, blijf en doe eventueel trucjes. De volgende stap is om je hond te laten wennen aan het balanceren. Om dit te doen, vraag je een of twee vrienden om je te helpen. Ze pakken de plank aan beide uiteinden en tillen hem iets op. Opnieuw doe je oefeningen met je hond terwijl je helpers de plank iets verplaatsen. Door goed te trainen kun jij je hond leren dat hij de plank alleen verlaat als jij dat toestaat. Wanneer jullie op het water zijn, is dit een kantelmoment waarop je gemakkelijk allebei van het board af kunt springen en kunt gaan zwemmen. Pas als je hond dit allemaal veilig en rustig kan, gaat hij het water op.
Op naar het water: de eerste keer.
Jullie hebben goed getraind en zijn er klaar voor. Nu gaan jullie voor de eerste keer samen het water op. Kies de ondiepe zone van een rustig meer. Bij voorkeur op een dag dat er zo weinig mogelijk activiteit is. Laat je hond dan opstappen vanaf de kant wanneer jij al op de plank zit. Zo kun je hem stabiel houden en hoef je er niet achter te klimmen, wat je viervoeter van slag zou kunnen maken. Gaat dit goed? Dan kun je verschillende oefeningen met hem gaan doen zoals zit, lig en blijf. Geleidelijk aan laat je je beste vriend wennen aan beweging, aan de eerste peddelslagen langs de oever, zak je door je knieën en ga je weer staan en ga je voorzichtig van de oever af. Kijk bij elke oefening hoe je hond reageert en of je het nogmaals moet herhalen. Beloon je hond wanneer het goed gaat en ga verder naar de volgende.
Waar je je op moet voorbereiden: als je viervoeter zijn positie op het board verandert, moet jij compenseren. Verlaat dus je gebruikelijke plek in het midden tussen de handgrepen en schuif naar voren, achteren of iets opzij. Als de poten van je hond beginnen te trillen terwijl hij staat, is dat geen reden tot paniek. Maar het is hoog tijd voor een pauze. Een plezier voor jullie allebei: oefen het kapseizen! Vroeg of laat zal het namelijk gebeuren. Het is goed als je al weet wat je moet doen in geval van nood.
Als je eenmaal veilig aan boord bent met je hond, kun je je tochten steeds verder uitbreiden, zelfs tot dagtochten. Dit versterkt niet alleen je conditie, maar ook je relatie.